Als je al 10 of 20 jaar hetzelfde werk doet, verlies je soms het zicht op wat je allemaal nog meer kunt behalve de dingen die je elke dag opnieuw doet. Daar is natuurlijk niks mis mee zolang je het geweldig naar je zin hebt. Maar wat nu als je baalt van je werk, het niet meer leuk vindt of zelfs burn-out raakt? Hoe ontdek je licht aan het einde van de tunnel als het overal donker lijkt te zijn?
Een zwaar hoofd
Te veel mensen hebben het niet naar hun zin op hun werk. Soms komt dat door de arbeidsomstandigheden, maar niet zelden heeft iemand ook gewoon het verkeerde beroep gekozen. Als je dat beroep al 10 of 20 jaar doet, dan bestaat de kans dat je jezelf alleen nog ziet door de bril van dat beroep. Je bènt als het ware je beroep geworden en ziet niet meer wat je nog meer kunt.
Niet zolang geleden sprak ik een man van 40, die al vanaf zijn 18e werkzaam was in de IT als helpdesk/servicedesk medewerker. Na diverse burn-outs, baanwisselingen en zelfs een poging om het eens in het buitenland te proberen, zat hij er behoorlijk doorheen. Iedere dag opnieuw ging hij ‘met een zwaar hoofd’ naar zijn werk, zoals hij dat noemde. Zicht op wat hij nog meer of anders kon was hij in de loop der jaren kwijtgeraakt. Het liefst zou hij nooit meer 40 uur in een kantoor of (erger nog) 40 uur per week thuiswerken. Maar omdat hij zo geconditioneerd was door het werken op een helpdesk, wist hij niet meer wat hij dan nog wel zou kunnen.
Loopbaanadvies
Er zijn in Nederland enkele duizenden loopbaanadviseurs. Sommige werken zelfstandig, andere in een groot bureau en weer andere intern bij (meestal grote) organisaties. Loopbaanadviseurs zijn gespecialiseerd in dit soort vragen. Uit het aantal loopbaanadviseurs alleen al kun je afleiden dat er heel veel mensen zijn met dit soort loopbaanvragen. Loopbaanadviseurs kun je beschouwen als de wegenwacht van je carrière. Sta je een keer met pech langs de kant, dan zijn zij er om je te helpen.
Koersonderzoek
Voor vragen als die van de IT-medewerker die op zijn 18e ergens ingerold was en nu niet meer wist hoe hij daaruit kon komen, hebben loopbaanadviseurs een instrument ontwikkeld. Niet elke loopbaanadviseur noemt dit instrument hetzelfde, maar de meest gebruikte naam is ‘koersonderzoek’. Die naam verkapt eigenlijk al wat je gaat doen: de koers van je leven en loopbaan onderzoeken, waardoor je beter weet wat je (nog meer) wilt en kunt. Met een koersonderzoek krijg je meer zicht op je talenten, kwaliteiten maar ook op je uitdagingen en valkuilen.
Iedere loopbaanadviseur geeft weer een andere invulling aan zijn of haar koersonderzoek. Sommige loopbaanadviseurs stemmen hun koersonderzoek af op de specifieke wensen of problematiek van de cliënt. In vrijwel alle gevallen begint een koersonderzoek met een oriënterend gesprek. Daarna volgen nog een aantal gesprekken, meestal 4-5, met een frequentie van eenmaal per 2 weken.
Wat ga je doen?
Een belangrijk onderdeel van het koersonderzoek zijn de biografische gesprekken aangevuld met specifieke testen, afgestemd op de specifieke loopbaanvraag van de cliënt. Hij of zij krijgt in vrijwel alle gevallen een werkboek met schrijfopdrachten mee of gaat aan de slag met persoonlijke opdrachten. Op basis van de uitkomsten van de testen en opdrachten worden dan in de koersgesprekken de persoonlijke kwaliteiten, ambities, werkwaarden, maar ook persoonlijke dromen en verlangens besproken. Waarom zijn die nooit vervuld? Waar zitten remmingen en waar zitten mogelijkheden?
Aan het einde van het koersonderzoek heeft de cliënt een plan van aanpak geschreven met acties die hij of zij gaat ondernemen. Zo’n koersonderzoek vraagt niet alleen van de adviseur of coach de nodige inspanningen, maar ook van de cliënt. Het resultaat is wel in alle gevallen dat veel duidelijker is wat je moet doen om goed verder te kunnen met je loopbaan.
Een flinke draai
De IT-medewerker die ik sprak heeft na zijn koersonderzoek een flinke draai gemaakt. In zijn vrije tijd bleek hij een fervent outdoorsporter. Hij kon bij wijze van spreken niet genoeg tijd buitenshuis doorbrengen en raakte depressief als het weer maandag werd en de rest van de week weer binnen zou doorbrengen. Binnen werken bleek het grootste struikelblok, sommige mensen kunnen daar niet tegen.
In een vervolgtraject heeft hij toen sollicitatietraining gedaan en uiteindelijk een baan gevonden waarbij hij niet langer de hele week binnen was. Voor zover ik weet is hij nooit meer burn-out geraakt.